Ga naar hoofdinhoud

“Als onze adviezen in praktijk worden gebracht, ben ik apetrots”

Sven van Aspert

Werk: consultant circulaire economie en duurzaamheid bij Royal Haskoning DHV
Opleiding: bedrijfskunde met een master in Strategisch Management
Persoonlijke inspiratie: Jan Jonker, emeritus-hoogleraar Duurzaam Ondernemen. “Hij liet zien dat het creëren van maatschappelijke en financiële waarde prima samen kunnen gaan. Het vereist wel doorzettingsvermogen en een andere mindset.”

Sven van Aspert uit Nijmegen is een van de jonge professionals in het Transitieteam. Na zijn afstuderen kreeg hij een telefoontje met de vraag: wil je aansluiten en impact maken? Vanuit het Transitieteam was een initiatief gestart om meer jongeren aan beleidstafels te krijgen. “Samen met Jip van Grinsven ben ik medio 2021 bij het Transitieteam aangeschoven om een frisse blik te geven op voorkomende onderwerpen. Maar het bleef niet bij een frisse blik: de laatste anderhalf jaar hebben wij ook flink de handen uit de mouwen gestoken.” Sven zit sinds de zomer van 2022 de werkgroep ‘Doorontwikkeling van het milieuprestatiestelsel’ voor.

Circulariteit in de bouw, hoe meet je dat eigenlijk?

“In de wetgeving is vastgelegd dat de Milieukostenindicator (MKI) wordt gebruikt om de milieuprestatie van gebouwen (MPG) te berekenen. Hopelijk volgt voor de grond-, weg- en waterbouw ook snel een wettelijke verplichting. Het Transitieteam adviseert om te sturen op een MKI van 0 in 2050. De weg is nog lang, maar we gaan de goede kant op.”

“Verder verwacht ik dat er de komende jaren meer meetmethoden worden doorontwikkeld. Daarbij is het belangrijk om te beseffen dat circulariteit aan allerlei thema’s raakt, zoals materialen, milieu-impact, hergebruik in de toekomst en gezondheid. Ook zijn er allerlei circulaire ontwerpstrategieën om te zorgen voor betere milieuprestaties: van het toepassen van biobased bouwmaterialen tot het adaptief maken van bouwwerken. Daarnaast stellen opdrachtgevers hoge eisen op het gebied van circulariteit, zoals minder primair grondstoffenverbruik en de opslag van CO2 in de constructie van het bouwwerk.”

“We kunnen trouwens pas echt sturen op het minimaliseren van de milieuimpact, wanneer ook de emissies van energiegebruik standaard worden meegenomen in de berekeningen. Dan kun je bijvoorbeeld beter bepalen of isolatiemateriaal en bepaalde installaties de totale milieu-impact echt verkleinen. Dan bedoel ik: het totaal van materiaal- en energiegebruik over de gehele levensduur van een gebouw.”

Hoe wordt het milieuprestatiestelsel doorontwikkeld?

“Het milieuprestatiestelsel is een ecosysteem waarin verschillende stakeholders een rol spelen. Denk aan de stichting Nationale Milieudatabase (NMD), specialisten op het gebied van de levenscyclusanalyse (LCA), adviseurs, de rijksoverheid, marktpartijen en opdrachtgevers. Het stelsel wordt gebruikt om de milieuprestaties van bouwwerken te kunnen uitdrukken in cijfers. We hebben uitgezocht wat er al gebeurt en wat meer aandacht verdient. Uit onderzoek blijkt dat een aantal aspecten het stelsel minder effectief maakt. Processen binnen het stelsel zijn traag en foutgevoelig door verouderde systemen. Ook is er een groot tekort aan LCA-experts en wordt vrijwel niet gehandhaafd op de berekeningen. Wanneer we deze aspecten niet verbeteren, is het milieuprestatiestelsel zo sterk als de zwakste schakel.”

“Nu wordt nauwelijks gecontroleerd of de milieuprestatieberekeningen kloppen met de opgeleverde gebouwen. De beschikbaarheid van expertise is hiervoor een randvoorwaarde. Er moeten voldoende mensen met kennis van zaken zijn. Een belangrijk advies dat wij geven is daarom: vergroot de beschikbare kennis over levenscyclusanalyses in de markt. Hoe? Door de huidige werknemers in de bouw hierin op te leiden en door ervoor te zorgen dat aanstormende talenten in de bouw er kennis van hebben.”

Werkgroep Doorontwikkeling van het milieuprestatiestelsel

Het milieuprestatiestelsel is van cruciaal belang in de transitie naar een circulaire economie. Met het stelsel kan de milieuprestatie van bouwwerken gekwantificeerd worden. De stichting NMD werkt samen met betrokken stakeholders aan de optimalisatie van het stelsel. Vanuit de strategische rol van het Transitieteam heeft de werkgroep onderzocht welke activiteiten – naast de acties die nu al worden opgepakt – nodig zijn om het stelsel effectiever te maken.
De adviezen van de werkgroep zijn gericht op:

  • Versterking van de relatie met beleidsdoelen, met name biodiversiteit en energiegebruik in de gebruiksfase;
  • Het vergroten van de beschikbare expertise over LCA’s;
  • Verbeteringen in de vergunningverlening, toezicht en handhaving van milieuprestatie-eisen;
  • Meer regie op afspraken over data voor circulair bouwen, onder andere bij de harmonisatie van Europese rekenmethoden;
  • Versnelling van de processen binnen het stelstel.

Op welke activiteit of welk resultaat van het Transitieteam ben jij het meest trots en waarom?

“Het Transitieteam begon met een abstract doel: dat de Nederlandse economie in 2050 circulair is. Ik vind het mooi dat het Transitieteam dat heeft vertaald in concrete, meetbare doelen voor verschillende productgroepen, zoals bruggen, woningen en kantoren. Die vertaalslag geeft richting aan alle spelers in de markt, zoals opdrachtgevers, bouwers en producenten. Een goed werkend milieuprestatiestelsel is een belangrijke randvoorwaarde om de doelen te behalen. Vanuit onze rol als strategisch Rijksadviseur hebben wij verder gekeken dan de activiteiten die nu al worden uitgevoerd om het stelsel te verbeteren. Zoals gezegd adviseren wij in te zetten op meer beschikbare kennis over levenscyclusanalyses in de markt. Levenscyclusdenken is het fundament onder het stelsel. Ik ben ervan overtuigd dat de circulaire bouw versnelt als onze adviezen worden opgevolgd. Als dát gebeurt, ben ik apetrots.”

Wat wil je het volgende Transitieteam meegeven?

“Ik denk dat het volgende Transitieteam altijd de doelen voor de circulaire bouweconomie in het oog moet houden. Blijf de keuzes die je maakt toetsen aan deze doelen. Ook is het belangrijk om overzicht te houden op waar de sector staat: wat kan er al en waar is meer inspanning voor nodig? En daarnaast om de verschillende programma’s, initiatieven en organisaties in de bouwsector beter op elkaar af te stemmen.”

Meer weten over de resultaten van het Transitieteam?

Op circulairebouweconomie.nl vind je meer informatie over het transitietraject.